Louis De Jaeger
1 jun. 2024
Je voedselbos opmeten, hoe doe je dit?
Een belangrijke stap in het ontwerpproces van je eetbaar paradijs is het opmeten van je terrein. We beschikken vandaag over fantastische technologie om dit snel en accuraat te doen. Zo maak je een hele goeie terreinanalyse met een landmeter, een drone of smartphone en de juiste software. Bij de oldschool en down to earth manier om je terrein in kaart te brengen, maken we gebruik van een meetlint of meettoestel. Met deze manier van werken kan je twee kanten op. Ofwel amuseer je je te pletter, ofwel frustreer je je rot! De spreuk ‘missen is menselijk’ is volgens mij hiervoor uitgevonden.
Start met het opmeten van je gebouw en gebruik dit als referentie voor het hele terrein. Heb je geen gebouw, meet dan eerst enkele ‘vaste punten’ op die onmogelijk te verplaatsen zijn, zoals bijvoorbeeld oude bomen, een afsluiting of een hek.
Voor de wiskundehaters: sla dit artikel gerust over, je kan perfect andere methodes gebruiken die simpeler zijn. ☺
Met driehoeksmeetkunde je voedselbos opmeten
Je neemt je meetlint en je maakt je nulpunt (A) aan het uiteinde van je gekozen basislijn. Dit is punt A. Je meet nu alle belangrijke punten vanaf A en schrijft ze op als A1, A2, A3, enzovoort. Zorg dat deze punten goed zijn aangeduid. Je neemt het tweede nulpunt (B) van de basislijn en meet hiervan ook de afstand naar A1, A2, A3 … Deze afstanden noem je B1, B2, B3 … Noteer alles heel nauwkeurig zodat je al deze data kan gebruiken wanneer je terug aan je bureau zit.
Eenmaal terug aan je bureau teken je op een groot wit blad papier je basislijn (AB) op schaal uit. In dit voorbeeld gebruiken we de schaal 1:100, 1 cm op je blad staat dus gelijk aan 1 m in de realiteit. Je meet telkens A1, A2, A3 met je passer en je geodriehoek. Als A1 5 m is, meet je dus met je passer 5 cm, zodat de straal van de cirkel 5cm is. Daarna trek je een halve cirkel vanaf punt A. Doe nu hetzelfde met B1 en ziezo! De plek waar deze twee cirkels snijden is de plek waar het eerste gemeten object staat.
Rechte hoeken meten met Pythagoras
Goeie ouwe Pythagoras komt hier nog eens piepen, die wiskundelessen zijn dan toch voor iets goed geweest ☺. Vergeten wat hij ons leerde? Even een opfrisser! De stelling van Pythagoras zegt dat je met behulp van rechte driehoeken afstanden eenvoudig kunt berekenen.
De formule gaat als volgt: a2 + b2 = c2 of (a x a) + (b x b) = (c x c)
Een belangrijke noot hierbij is dat a en b samen de rechte hoek moeten vormen. Nog simpeler uitgelegd: wil je weten of een hoek recht is? Meet dan 3 m links (a) van de hoek en 4 m (b) rechts van de hoek. Als je beide uiteinden verbindt en die afstand is 5 m (c) heb je een rechte hoek tussen a en b.
Je meet je basislijn AB, of je gebruikt de rechte lijnen van het gebouw, en hiervan meet je een lange loodrechte lijn op, zo ver mogelijk op je perceel. Je laat het meetlint liggen. Nu meet je telkens loodrecht van dit meetlint de afstand tot een bepaald punt links of rechts van het meetlint. Hoe weet je of je je tweede meetlint loodrecht hebt genomen? Pas de 3, 4, 5-regel toe.
Terrein opmeten via de visgraatmethode
Als je dit doet met één basislijn, wat wij de visgraat noemen, heb je dus een basisstam met allerlei loodrechte vertakkingen. Op die manier kun je je terrein opmeten. Dit alles overbrengen op papier is redelijk simpel. Op het terrein zelf kies je eerst alle meetpunten. A1, A2, A3, A4. Dit is de afstand van je basislijn tot aan de vertakking. Van daar meet je A1-L1, A1-L2 (L van links). Je begint altijd bij hetzelfde nulpunt, dan meet je de afstand tot L1, dan meet je de afstand loodrecht tot A1. Zo breng je heel eenvoudig je terrein in kaart.
Wil je meer leren over voedselbosontwerp? Lees dan ‘Ontwerp je eigen voedselbos’ door Commensalist oprichter Louis De Jaeger of boek een vrijblijvend telefoontje met een van onze Commensalisten.